De wijzen op de dunne mat

In november meldde ik me aan als lid bij het Nederlands Taiji Team. Dat is geen eliteploeg maar een team dat als doel heeft om de drempel voor deelname aan toernooien te verlagen. Het NTT is opgericht door Cora van Geel, Nel van Biezen en Judith van Drooge. Als je je verdiept in het taiji landschap van Nederland kom je hun namen al snel tegen. De NTT verzorgt wedstrijdtrainingen en coördineert inschrijvingen voor toernooien en eventueel accommodatie in het buitenland.
De inkt op mijn aanmeldingsformulier was nog niet droog of Nel van Biezen vroeg me per mail of ik het leuk zou vinden om mee te doen aan de International Wushu Cup 2013 in Almere. Mijn eerste gedachte was: Nee, absoluut niet! Want ik ken die hele Cup niet, de tai chi-ers zijn daar vast heel goed, ik krijg natuurlijk nul punten en dan vindt iedereen me zielig en dan ga ik heel erg huilen.
Een halve dag later keek ik er iets genuanceerder tegen aan. Had ik me niet ingeschreven bij het NTT, juist om wedstrijden te lopen? Ik had eigenlijk nog een jaar of vijf willen moedrapen maar nu Nel het zo vriendelijk vroeg kon ik geen nee zeggen.

Als voorbereiding heb ik twee keer bij Cora getraind en een keer bij Nel. Tijdens die trainingen leerde ik de andere mensen kennen die namens het NTT gingen deelnemen aan de Wushu Cup. Velen kende ik al van gezicht. Ik vond het er gezellig en ontspannen, en ik heb er veel van opgestoken: over de vormen die ik zou gaan lopen maar ook over de gang van zaken tijdens een toernooi. Het belang van dat laatste moet je niet onderschatten. Als je weet wat je kunt verwachten en wat er van jou wordt verwacht, kun je je beter concentreren op taiji.
Cora zei dat ik me vooralsnog alleen druk moet maken over blikrichting en handen- en voetenwerk. De rest komt later wel eens. Dat was goede raad, ik maakte me namelijk overal druk over.
Nel had vergelijkbaar advies: “Een wedstrijd is een vrolijke chaos, het gaat helemaal nergens over. Ga er niet naartoe met het doel om een prijs te winnen. Houd het klein”, zei ze.

De International Wushu Cup is een toernooi voor wushu: datgene wat Niké ons laat zien tijdens de kerstviering. Taiji hoort daar ook bij. Dit jaar waren er deelnemers uit België, Duitsland, Spanje, Portugal en Slowakije. Op de vloer van de sporthal lagen twee grote matten waarop de deelnemers hun vormen toonden. Op de dikke wushu mat zag je deelnemers in felgekleurde pakken rennen, springen en vliegen. Er deden kleuters mee, en de oudste deelnemer was, vermoed ik, ergens in de twintig. Op de dunnere taiji mat stonden wij. Sober gekleed, uiterlijk kalm en vooral een stuk… wijzer.

Ik mocht het toernooi openen voor de taiji-ers. Ik ben wel eens ontspannener geweest tijdens een 24. Lichamelijk viel het nog mee maar er dwarrelden opvallend veel gedachten door mijn hoofd: rechterarm niet te hoog… jee, ik sta hier als enige een wedstrijd te doen, op het andere veld zijn ze nog aan het opwarmen… buitenkant voet, been, bekken, buik, rug, arm, hand, vingers… moet je zien hoe die lui door elkaar springen, zou dat nooit ongelukken geven… been niet te hoog, rug recht, onderbeen ontspannen… oh kijk, Niké staat er ook tussen… gut, ik ben al klaar…
Afgezien van het lawaai in mijn hoofd vond ik dat ik het goed had gedaan en zelfs een 0,0 zou me niet kunnen beroven van mijn gevoel van tevredenheid. De jury gaf me een 6,9, wat goed genoeg bleek voor een zilveren medaille. Jippie!

’s Middags heb ik in alle rust genoten van de prestaties van de anderen en van de capriolen van de kleurige wushukrijgers. Niké zag ik heel verdiend een hoog cijfer halen voor één van haar vormen.

Zondag was gewijd aan wapenvormen. Omdat de wushu-ers achterliepen op hun programma stonden de taiji-ers hun mat aan hen af. Wij lieten onze vormen zien op het blote hout van de sportzaal. Die plek was niet herkenbaar als een wedstrijdveld, en kleine kinderen gewapend met sabels en stokken renden vrolijk lachend dwars door onze schitterende vormen heen. Ze hadden niet in de gaten hoe ongelooflijk belangrijk wij bezig waren.
Precies zoals thuis…

Het spannendst vond ik wat de jury zou vinden van mijn uitvoering van de dubbele waaier 48. De vorm die Gerard ons heeft geleerd wijkt namelijk op een paar punten af van de originele vorm. Eerder op de dag had één van de deelnemers bij de 42 zwaardvorm een halve punt aftrek gehad omdat ze een beweging zou zijn vergeten. Ze vond dat niet eerlijk omdat ze de vorm exact zo had geleerd. Een halve punt is heeeel veel.
Persoonlijk maakte het mij niet uit of ik aftrek zou krijgen – we zaten met z’n drieën in een poule en ik had dus bij voorbaat al een medaille gewonnen - de spanning zat voor mij in pure nieuwsgierigheid naar de beoordeling van afwijkingen van de norm. Na mij zou Monica komen, die dezelfde vorm deed maar vermoedelijk een meer authentieke versie. Dat maakte het een heel interessant ‘duel’.
Ondanks de zenuwen liep ik hem redelijk soepel en ik kreeg er een tiende punt meer voor dan Monica. Goud voor Gerard!
Ik had graag het juryrapport willen zien. Voordat ik begon had ik al gehoord dat geen van de juryleden de vorm kende. Ik zou het leuk vinden als Monica en ik ooit nog eens kunnen ‘strijden’ voor een jury die de vorm wel kent. Kijken wat er dan gebeurt! Dit zijn de leuke dingen van een toernooi.

De enkele waaier 48 liep goed. Ik kreeg er op het laatst nog lol in ook. Hup, weer een zilveren medaille (weer een poule van drie…).

Achteraf gezien ben ik heel blij dat Nel me vroeg mee te doen aan de Wushu Cup. Ik had het niet willen missen, ook al gaat het inderdaad nergens over.

Gerard, dank je wel voor je bijscholing, je steun en je vertrouwen!
Margareth en iedereen die me in gedachten heeft gesteund wil ik ook heel hartelijk bedanken. Het scheelt toch.