STN festival 2012

Eind november ben ik naar het STN-festival in Nieuwegein geweest. In principe was dat het laatste festival, tenzij zich mensen melden om de organisatie op zich te nemen. Het zou jammer zijn als een evenement als dit zou verdwijnen want behalve een ontmoetingsplek is het een prachtige manier om wat op te steken over tai chi.
Zo heb ik nu bijvoorbeeld een idee van wat silk reeling is. Ik had de term wel eens gehoord maar daar bleef het bij. Van Cora van Geel leerde ik dat het qigong oefeningen zijn en dat ze het gevoel geven van ruimte in je lichaam. De kunst is timing en bewegen op een constante snelheid. Cora liet ons achtjes draaien: begin bij je voeten, draai je heupen in en laat je armen volgen. Je kunt ze zo groot of zo klein maken als je wilt. Klinkt bekend, nietwaar? Gerard laat het ons vaak genoeg doen in de les. Silk reeling kun je mooi verwerken in de vorm.
Tip: breng je aandacht naar de buitenkant van je voeten, zo voorkom je dat je knieën naar binnen draaien. Voor nog meer ruimte richt je je blik ver weg op het universum, maar blijf wel alert!

Wat Gerard ons ook vaak laat zien tijdens de les, zijn de applicaties van de bewegingen in de vorm. Op het festival kon je ze zelf uitvoeren in een workshop onder leiding van Harm Poelman. Ontzettend leuk, vooral als je een beetje ervaring hebt met judo. Dat had ik niet, maar een mens leert het snelst van zijn fouten en aan het eind van de workshop zaten de principes van het valbreken er lekker in.
Harm leidde de groep door vrijwel alle applicaties van de 24. Ik had een partner die er nogal goed in was, hij had het duidelijk meer gedaan. Daardoor kan ik uit ervaring zeggen dat de passen in de 24 heel vervelend zijn als ze tegen je worden gebruikt. Om ze in je voordeel te gebruiken is het aan te raden ze vaak te oefenen op ware snelheid.
Voordat ik een tegenstander kan uitschakelen zal ik nog flink moeten trainen. Ik denk nog te veel na: stap ik naar binnen of naar buiten; waar moet ik mijn arm plaatsen en met welk been vloer ik hem het snelst? Nadenken, zo concludeerde ik, is niet effectief in een gevecht. Maar allengs ging het beter en sneller, hoewel ik teveel spierkracht gebruikte en te weinig draaide en spiraalde. Ik moet nog even nadenken over het gebruik van tai chi bij zelfverdediging…
Tip: als je tegenstander niet rechtsom wil, draai hem dan linksom. Dat gaat snel omdat zijn kracht zich toch al in die richting bundelt. Wil hij niet naar beneden, geef hem een zet naar boven. Wil hij helemaal niks, geef hem dan een schop tegen zijn schenen, dan is hij een moment zijn aandacht kwijt en kun je doen wat je wilt.

Een paar jaar geleden heb ik een workshop gevolgd bij Job Koesoemobroto. De man inspireerde me zodanig dat ik me voornam om opnieuw een les bij hem te volgen zodra ik de kans kreeg, al was het ‘zaklopen in theezakjes’. Ik was heel blij dat hij op het festival aanwezig was en les gaf in Hsing I. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van Hsing I gehoord maar het klonk beter dan zaklopen.
Job vertelde dat het naast Tai Chi Chuan en Pa-Kua Chang één van de drie interne vechtkunsten is. Ik vond dat het wat weg had van Taekwondo en Karate maar dan ronder en vloeiender. Het voetenwerk deed me denken aan schermen: het voorste been is altijd leeg. Hsing I is anders en lekker. Iets om te onthouden.
We oefenden de vijf elementen linkage set. Elk element (hout, vuur, aarde, metaal en water) heeft een eigen beweging. Zet je ze alle vijf achter elkaar, dan heb je een vorm. Omdat de techniek zo anders is dan tai chi, slaagde de groep er niet in om de vorm zelfstandig te lopen. Het charmante aan Job is dat hij op humoristische wijze toegeeft dat het leren van Hsing I niet eenvoudig is en dat hij zelf ook moeite heeft gehad met de coördinatie.

Ik heb veel geleerd, veel mensen gesproken en veel gelachen, en ik hoop dat het STN-festival er volgend jaar gewoon weer is!

Désirée Kool-Bierenbroodspot