Veren en pareren

Hij staat als een huis. Deze leraar laat me het wezenlijke verschil tussen spierkracht en Chi weer eens goed voelen. Iedere keer als ik teveel vanuit m’n armen en met spierkracht push, stuitert de kracht terug in mijn eigen lijf. En dat voelt niet fijn! Sterker nog: oude kwetsuren in m’n nek en schouders dwingen mij om de juiste techniek te gebruiken. Anders kan ik dit spelletje niet eens spelen. Dus móet ik leren niet vanuit de armen maar vanuit de benen te pushen. En hierbij géén spierkracht maar innerlijke kracht te gebruiken.

Tja, soms lukt het wel maar vaker niet. En als het goed gaat, hoe deed ik dat eigenlijk? Hoe krijg je controle over die Chi? Hoe kun je het oefenen; vaardiger en sneller worden? Vaak en veel oefenen met verschillende partners is de beste manier. Maar dit is niet altijd mogelijk…

In de schuur stond een vergeten kickbag; zo’n zware zwarte zandzak. Nu hangt hij in de gang. Huisgenoten slaan hun vuisten rood op deze zak. Het kan ook anders. Eerst slinger ik deze kickbag van me af. Dan probeer ik de instructies van de leraar op te volgen. ‘Probeer de kracht van de zandzak op te vangen zonder spierkracht en met behoud van de ‘peng’ positie van de armen.’ En ‘Buig de kracht om in een aanval: even handcontact maken en direct een push!’

De bewegingspatronen, het wegdraaien met de romp, veren in de benen en terugdraaien; ze kunnen zo geoefend worden. Toch valt het niet mee: snel genoeg veren en pareren. Gelukkig is de kickbag een geduldige en vooral voorspelbare oefenpartner: eindeloos herhalen is mogelijk. Goed om te oefenen. Saai wordt het wel. Liever oefen ik met levende partners. Want zo is er eigenlijk geen zak aan.

Cora Telman