Vierde Shen-weekend: eenzaam en alleen

Het vierde Shen weekend verliep niet zoals het ons voor ogen stond. Toen ik op de camping arriveerde, stonden Karin, Paula en Ingrid op me te wachten. In hun auto. Totdat het zou ophouden met regenen. Een heel uur later waren de tentjes opgezet en stond de partytent te klapperen in windkracht acht.

Het eerste wat we deden was het maken van een wandeling. Naar de kampeerwinkel. Om een stormband te kopen. We wandelden snel om te voorkomen dat Shen-leden die de dag met ons kwamen doorbrengen voor een dichte deur zouden staan. De stormband bleek van de verkeerde soort te zijn. Dus wandelden wij opnieuw naar de winkel.

Het bevestigen van de gespen aan de stormband vereiste begrip van exacte vakken. Dat liet ik dus over aan de anderen. Daarna keek ik met bewondering toe hoe Ingrid de band strak trok en spanning erop hield door het aanleggen van een mastworp en een paalsteek. Een krachtige windvlaag deed haar besluiten het zekere voor het onzekere te nemen. Nog één steek en de riem zou never nooit niet loskomen. Vlot legde ze een dubbele Nelson. Het bleek teveel van het goede. De Nelson neutraliseerde haar eerdere werk volkomen. De band gleed op de grond in de vorm die hij in de verpakking had gehad: netjes opgerold. Onthutst keek Houdini mij aan. Maar aan mij had ze niets. Ik lag huilend naast de riem op de grond. Van het lachen. Even later legde Paula een enkele platte knoop en de band zat het hele weekend stormvast.

Tegen die tijd hadden we sterk het vermoeden dat de rest van de Shen-leden lekker droog bij de kachel zat. En dat bleef doen. We hadden erop gerekend dat zij voor het eten zouden zorgen dus was het heel zielig voor ons dat ze thuis bleven. Het was een enorme mazzel dat Ingrid een grote pan zelfgemaakte tomaten-groentensoep had meegebracht.

Karin had gezorgd voor tijdverdrijf. Ze had een orakelboek meegebracht. Op de achterflap stond dat dit boek al in de Griekse oudheid mensen een bruikbaar antwoord bood op vragen die iedereen zich stelt. We konden kiezen uit tweehonderd vragen die elk meerdere mogelijke antwoorden hadden. Het effectieve antwoord hing af van het tijdstip waarop je de vraag stelde en een getal onder de tien dat je zelf mocht kiezen. Terwijl de regen tegen de plastic ruiten sloeg, kregen we antwoord op de volgende vragen: Komt de reiziger thuis? Krijg ik het geld dat ik heb uitgeleend terug? Maak ik af wat ik ben begonnen? Moet ik een verzoekschrift indienen? De antwoorden luidden achtereenvolgens: Nee, nee, nee, ja maar het is vergeefs.

We misten Gerard, Margareth en de rest van de school, we hadden een onverbloemd nee gekregen op onze meest existentiële vragen, en de soep was op… Om een depressie af te wenden, hebben we de 37, de 24 en de 48 gelopen. Het was net even droog. We liepen ze vlak voor de tent, waar we tenminste een beetje uit de wind stonden. ’s Avonds hebben we het nog op het strand geprobeerd maar dat was ronduit gevaarlijk. Elkaar vasthoudend bewogen we als zombies tegen de storm in, totdat we van onze voeten werden geblazen. Paula kon nog net een pluk helmgras beetpakken, en hand in hand waaiden wij als een slinger boven haar hoofd.
We gingen vroeg naar bed en eerder dan gepland reden we zondag terug naar huis.

Volgend jaar doen we het anders. Nee, we vragen niet het orakelboek om hulp. We gaan pas als we zeker weten dat het mooi weer wordt!
Désirée Kool-Bierenbroodspot