Honderd procent voor Shen!

Afgelopen zomer leek het me ineens een goed idee om mee te doen met de STN-competitie. Niet om te zien of ik beter ben dan een ander, maar om te voelen of het echt zo eng is als het lijkt. Gewoon voor de lol. Gerard vond het een goed idee: ‘Doe de 24-vorm’, zei hij.
Gewoon voor de lol begon ik serieus te trainen. Thuis minimaal vier keer per dag de 24. Tijdens de lessen op woensdagavond gaf Gerard me bruikbare aanwijzingen. Hij gaf me ook de mogelijkheid om een solo te doen voor de rest van de groep om te oefenen voor publiek. Eng! De groep gaf me na afloop positieve feedback en dat gaf me moed.
Die feedback nam ik in mijn hoofd mee toen ik in oktober meedeed aan een oefenwedstrijd van de STN. Ik geloof niet dat ik ooit zo zenuwachtig ben geweest als op die oefendag – mijn handen trilden tijdens de vorm! Het is een aanrader zo’n dag mee te maken. Ten eerste omdat je ervaart in hoeverre je verstijft van de zenuwen. Eén van de juryleden vertelde me dat wedstrijden een prachtig middel zijn om te leren ontspannen ondanks de zenuwen. Dat is nuttig, want als je je ooit in het echt met tai chi moet verdedigen, sta je er in eerste instantie waarschijnlijk ook niet ontspannen bij. Ten tweede en ten derde leer je er de juryleden en de wedstrijdetiquette kennen. Gerard had me al verteld wat de etiquette tijdens een wedstrijd is, maar het is prettig om het in de praktijk alvast een keer te doen.

Maandenlang had ik voorpret. Tot de week voor de wedstrijd. Leuk spannend veranderde ineens in eng spannend. Ik voelde me vreselijk onzeker. Voor de lol meedoen? Het was een beangstigend ernstige en zenuwslopende aangelegenheid! Stel je voor dat ik zou gaan stuntelen? Dan zouden publiek en jury Gerard erop aankijken. Ik zou hem te schande maken! Een ogenblik overwoog ik thuis te blijven – in bed met het dekbed over mijn hoofd.
Op de grote dag lagen er twee mails in mijn mailbox. Ans en Cora zetten de zaken heel lief voor mij in zonnig perspectief. En dus trok ik het dekbed van mijn hoofd en zette koers naar Karin, Ingrid en Paula die zo lief waren om voor dag en dauw op te staan en met mij naar Nieuwegein te rijden. We arriveerden gelijk met Jacco, Annemarie en Lia. Zij waren net als ik springerig – Jacco deed mee met de pushing hands competitie. Ik vond het een geruststellende gedachte dat ik niet de enige van onze school was die aan de wedstrijd mee deed. Als ik zou falen, hield Jacco wellicht onze eer hoog.

Ruim op tijd stond ik klaar naast het veld. ‘Zullen we samen nog een keer de 24 doen?’ vroeg Gerard. Dat hoefde voor mij niet. Alleen al zijn aanwezigheid samen met Margareth, zo vroeg op de dag, vulde me met vertrouwen.
Mijn tegenstandster bleek een oud-leerlinge van Gerard te zijn. We raakten in gesprek en langzaam zakte een deel van mijn zenuwen weg. Op de tribune zaten inmiddels vijftien mensen van taijischool Shen. Ik keek naar hun vertrouwde gezichten en realiseerde me dat het niet veel uitmaakte wat er verder zou gebeuren: als ik niet eens de eerste stap zou durven zetten en dus drie minuten verstijfd op mijn plaats zou blijven staan, zouden ze me troosten, als ik het goed zou doen, zouden ze blij voor me zijn. Dat idee gaf rust.
De juryleden kende ik allemaal, ik had ze gesproken op de oefendag. Eén van hen had me tips gegeven met betrekking tot de uitvoering van de vorm, een ander jurylid had ik tijdens die dag een beker warme chocomel gegeven omdat ze het zo koud had. Het zijn gewoon mensen.
De onzekerheid verdween volledig toen ik het veld op liep – ik was goed voorbereid. De zenuwen bleven helaas wel. Gerard bleef naast het veld staan. Hij zei niets, maar in mijn hoofd klonk de mantra die hij elke woensdagavond opzei: laat je niet opjagen… langzaam… nóg langzamer!
Vanaf de eerste stap heb ik slechts gelet op mijn techniek. Toch, als het iets langer had geduurd, had ik misschien kunnen ontspannen want in de laatste minuut had ik zowaar lol! Ik mocht dan wel alleen staan in dat veld, ik had sterk het gevoel dat ik het niet alleen deed. Naast mij stonden de mensen die met me meeleefden en me moed hadden ingesproken. Ik stond daar dus met een groot deel van onze school. Dat gaf me kracht en daar wil ik iedereen voor bedanken.

Na afloop keken we met z’n allen ademloos toe hoe Jacco het ervan af bracht bij zijn pushing hands wedstrijden. Ook hij deed voor het eerst mee en won brons in zijn categorie. Zo knap! Toen hij aan het eind van de dag gehuldigd werd, joelden we hem toe vanaf de tribune. Trots op Jacco, trots op onze school. Met twee medailles hebben we honderd procent score. Shen staat op de kaart!

Désirée Kool

P.S. Ik kreeg het hoogste cijfer van het jurylid aan wie ik warme chocomel had gegeven. Misschien een tip voor eenieder die volgend jaar mee gaat doen…?